Gesprek met de kinderen

 

(Erasmus: Appeltje - eitje)

Dit was voor veel mensen de leukste dienst van het jaar; dan mocht je eieren zoken. Moeder Maria heeft met Quirein wel 3 kilo paaseitjes verstopt in de kerk. Zorg ervoor dat ze met kerst geen terugvinden!

Dan was dit altijd de dienst van moppen vertellen. De Paasmop: het is een heel oud gebruik en het heette in de Middeleeuwen de Risus Paschalis.

 

Want vandaag proberen we te geloven dat er beweging kan komen in een steen. Dat uit een ui een kuiken komen kan.

Want vandaag proberen we te geloven, dat de wereld duister en dood en van doodzonde:

beetgenomen is.

Niet donker heeft het laatste woord, niet de eindeloze tunnel, maar:

Het Licht!

Het lacht.

Vandaar eieren en moppen. Moppen onthouden mensen beter dan preken. Laatste keer dat ik hier dienst deel was een cantatedienst in November, en toen vroeg ik jullie twee vogels trappen er in, zeven letters. Wie weet dat nog? (allemaal vingers) Precies. Valk-uil.

Maar wat mij is overkomen. Ik sta iets in de keuken te doen als de buurjongen van zeven binnenkomt. Hij denkt diep na en vraagt: Ivo…! Ken jij die mop van die mummie? (Maar natuurlijk ken ik de mop van de mummie: “Ingewikkeld hè?”) Ik kijk hem aan en zeg: “Nee? Vertel.” Hij kijkt me aan met een blik alsof er planeten om zijn hoofd zweven en zegt: “Uhm… moeilijk, hè?”

En dan: twee gevangenen. Vraagt de ene de ander hoe laat het is.

Zegt die ander: “…Hoezo? Mot je weg dan?”

Er komt een Boer een vlaggenwinkel binnen en vraagt:

"Heeft u voor mij een groene Nederlandse vlag?"
Zegt de verkoper: "Die heb ik niet, ik heb de Nederlandse vlag alleen in rood, wit en blauw"
Zegt die Boer: "Nou, geef me dan maar een blauwe!"

 

Pasen! Pasen als voorzet voor de goal.

Pasen. Twee werelden van logica die botsen: zowel in moppen als in creativiteit.

Ik lees een boek dat heet Gozert. Prachtig. Een jongen Ties die in een andere wereld leeft. Zijn ouders zijn normaal en vinden hem gek. Ties praat met Gozert die hem van alles laat uithalen wat grote mensen gek en gevaarlijk vinden. Ik vind het een prachtboek. Wie kent het?

 

Mijn naam staat achterop jullie liturgie: Yvo. Maar dat is een verkeerde inschatting: ik heet echt Ivo met een gewone I, met een stokje dus, en niet met een katapult. Wie in de kerk kent nog een beroemde Ivo behalve mij? (Ivo Opstelten 010, Ivo Samkalden van 020, Ivo Niehe, Ivo de Wijs, Ivo van Haaren).

Of een andere Ivo? Vertel ze dan – ik heb het zelf bedacht toen ik zo oud was als jullie, dat het de enigste (…) naam is die je met éen hand schijven kan. CreatIvo.

Nadat jullie eitjes hebben gezocht hoor ik graag een mop van jullie!

 

Pasen: het Lichten en het lachen hebben het laatste woord, en wie het laatst lacht, lacht het best.

Het licht heeft het laatste woord.

Annelies van Heest gaat hier zo meteen twee Bijbelstukken lezen die gaan over angstgeloof tegenover geloof in idealen. Het verhaal van het water en de angst in alles te verzuipen.

In de tweede tekst gaat het over het ongelooflijke: Jezus die dood is weg. Zijn vrienden en vriendinnen vinden Jezus’ kleren keurig opgerold liggen.

Als jullie opstaan, berg je dan je pyjama keurig opgerold onder je kussen?

Als Maria een vreemde man ziet, denkt ze dat het de tuinman is.

 

Beide keren houden de schrijvers ons een spiegel voor. Het is toch ongelooflijk, hè?

“Toch” is het belangrijkste woord van de hele Bijbel.

Dus toch als jullie dadelijk een goeie mop hebben: ik hoor het graag!   

 

1ste lezing: Exodus 14:9-14

2e lezing: Johannes 20:1-18

Lied: Wij willen een boom gaan planten

Preek

“Toch”: het belangrijkste woord in de Bijbel. Toch; nochtans.

De andere woord is: “Wees niet bang (bevreesd, vrees niet)”.

Het derde woord in de begindagen van de Christendom was het Arameese “Effata”. Ga open! Daar kon je elkaar mee groeten. Ga open! Voor muziek, voor liefde, voor lachen en licht.

 

De moslims onder ons vasten deze maand. En volgens de islamitische traditie begint elke dag bij zonsondergang; als de smalle maansikkel voor het eerst met het blote oog te zien is.

De joodse nieuwe dag begint al net zo: met zonsondergáng. Daarom begint de met het verdwijnen van het daglicht en eindigt ze bij het verschijnen van drie sterren aan de hemel.

Vroeg op de eerste dag van de week, staat er.

Gisternacht half elf vierden we in de Laurens de Paasnacht.

Het is dus al Pasen sinds gisteravond.  

Beginnen met het donker

Eindigen bij licht

De finale is Licht.

Begint bij ons de nieuwe dag als het licht wordt, ’s morgens, bij Joden en Moslims eindigt de dag met licht!

 

Bij ons Germanen, IJslanders of Friezen eindigt alles (alles!) in duisternis.

Je mag zeggen dat er een oeroude psychologie in zit: eindigt mijn leven, het leven, met licht of met donker? Komt het omdat mensen in zuidelijke gebieden sowieso minder neiging tot depressiviteit hebben?  Wat geloven wij: Eindigt het met goed of met slecht?

 

Met Pasen botst donker met licht; pessimisme met optimisme; cynisme met hoop, gesloten met open.

Ik zou als ik christen was willen zeggen: als je gelovig bent, ben je optimist - tot in de kist.

 

In de nacht is het Pasen geworden; nu is het licht. Nu mogen we lachten (dadelijk zingen we Hahahahaha – leheluhuja). De winter, of de lange herfst die winter heet hier, is voorbij.  

Op deze dag wordt doorverteld: dat Jezus niet dood te krijgen is!

Dat een zee van wetten in de weg en praktische bezwaren de droom van vrijheid niet in de weg staat.

Met Pasen probeer je dat te leren: optimist tot in de kist; eieren zijn verstopt, maar je vindt ze vast; de zaadjes en de bollen in de grond, maar opkomen zullen ze!  

Maarten Luther heeft eens gezegd:

“Als morgen de wereld vergaat, plant ik vandaag nog een appelboom”. In het lied van Eppie Dam dat we zongen voor de preek klinkt dat helder door:

“Wij willen een boom gaan planten in het hart van de woestijn!”

 

Ik ben verhuisd naar Leeuwarden. De afgelopen twee weken heb ik zestig tegels gewipt. De tuin van mijn nieuwe huis zag er namelijk uit als een gevangenisluchtplaats; er lagen alleen maar van die grote zware tegels. Dus: tegels gewipt; 600 liter bemeste tuinaarde er overheen; alles door elkaar gespit, en: Bomen gaan planten (ik voel het nu nog, ik kan dadelijk nog net de zegen geven…).

Mijn olijfboom, nu zonder pot. De appelboom die ik bij mijn afscheid uit Brielle kreeg. Mijn drie ginkgo’s, die overlevers; en verdraaid, ze krijgen al groene blaadjes.

En steeds zong ik dat liedje dat wij hier net gezongen hebben:

Wij willen een boom gaan planten in het hart van de woestijn.

 

De tekst is van Eppie Dam, wereldberoemd in Friesland, maar dankzij het Randstedelijke superioriteitsgevoel nooit tot hier doorgedrongen. Tot nu, dan.

Wij zullen het land verlaten, het land van de blinde waan…

Dat land heet Egypte en het verlaten heet in de Bijbel: Exodus.

De waan: ‘Waren er soms in Egypte geen graven, dat u ons hebt meegenomen om in de woestijn te sterven? Hoe kon u ons dit aandoen! Waarom hebt u ons uit Egypte weggehaald? Hebben we niet al in Egypte gezegd: “Laat ons toch met rust, laat ons maar als slaven voor de Egyptenaren werken, want dat is altijd nog beter dan om te komen in de woestijn?”

Dit is nou een voorbeeld van Joodse zelfspot, zelfkennig en humor. We kennen dit soort woorden in heel veel verschillende vormen. Och was ik maar bij moeder thuisgebleven. Vroeger was alles beter. Tegenwoordig…

Maar als je het woord “tegenwoordig” gebruikt, ben je van gisteren.

 

De tweede tekst.

Net als humor is ook het geheim van creativiteit: de botsing van twee werelden van logica.

De meeste uitvindingen worden op die manier gedaan; denk aan het Eureka-moment van Archimedes in zijn bad. Poëzie werkt precies zo. Woordspelingen. Het boek van Gozert. Twee werelden van logica, en dan ontstaat er iets nieuws. These – antithese – synthese (Hegel).

In de tekst van Johannes, die geweldige humor omtrent de doeken waar Jezus was ingewikkeld (…).

De verbijstering om het lege graf.

Wat we allereerst doen is eendimensionaal: zijn lichaam is gestolen!

Dan vat je de humor en van de goddelijke creativiteit niet. Dan zie je die wereld niet in.  

De steen was weggerold!

Rolling Stones… waar kennen we dat van? De Stones van Muddy Waters. En Dylan?

En Albert Camus, van Sisyfus? Blijven rollen! Blijven optreden, al ben je 80. Kijk mij eens hier! Emeritaat.

 

Over elke regel, over elke zin in het verhaal valt veel te overdenken.

Huilend en dan twee engelen: “een aan het hoofdeind, een aan het voeteneind”.

Je ziet engelen meestal aan als gewone mensen: Je denkt eendimensionaal, in een richting, de vertrouwde, angstige, conservatieve kant op.

Dat de eerste getuigen vrouwen zijn, daar wil de hiërarchie ook niet aan. De botsing twee werelden.

Pasen haalt je uit je comfortzone.

Juist om je te vertroosten. De verhalen van vandaag vertellen hoe dat gaat, en hoe het echt niet langer gaat. Eendimensionaliteit geeft engelen geen kans.

 

De joodse ballingen in het verhaal van Exodus; Maria van Magdala; Petrus; Johannes.

Hun idealen, hun dromen, hun levensweg - gekruisigd. Gebroken.

Het was allemaal onbestaanbaar gebleken. 

 

Ze hadden hoog ingezet. Alles opgegeven. Nu moeten nu ook voor het eigen leven vrezen.

De mensen van deze verhalen hebben niets meer op een rij; ze zijn hun woorden, hun zin, hun

verhaal kwijt. Het kader is hen ontnomen.

Maria van Magdala is een vrouw die door Jezus uit de rottigheid is gehaald; door hem kreeg zij weer een gevoel van eigenwaarde. Jezus had als eerste een heilige in haar gezien. Hij had aangesproken wat niemand had ontdekt.

Maar haar beminde Jezus is nu dood.

 

Terwijl het nog donker is, gaat zij naar het graf.

Haar ogen zijn een beetje gewend aan het donker en dan - kan ze zien dat de steen van voor het graf is weggerold. Dat is wat ze ziet; meer niet.

Haar conclusie ligt voor de hand. Ze hebben de Heer uit het graf gestolen.

 

Maria rent naar Petrus - en naar de andere leerling, van wie Jezus hield. Johannes noemt zichzelf

nooit bij name. En Petrus! Petrus is gekweld door schuldgevoel. Ook hij sliep niet die dagen. Petrus en Johannes; vissers. Maar Jezus had meer in hen gezien.

En daar komt dan Maria van Magdala met vreselijk nieuws.

Zij snellen in paniek naar het graf.

Jezus was vermoord. Nu is het graf nog geschonden ook.

 

Wat er gebeurt in het Paasverhaal van Johannes is kennelijk met geen pen te beschrijven: alles tuimelt over elkaar heen. Er staan details in het verhaal waarvan je je afvraagt wat dat er mee te maken heeft: waarom schrijft Johannes dat hij harder kan rennen dan Petrus? Waarom blijft hij staan en ziet hij van een afstand de linnen doeken liggen?

Hoezo gaat Petrus dan wel naar binnen? Wie heeft de doeken zo netjes opgevouwen? Wie doet dat nou? Rovers of Romeinen zeker niet.

En: wat ging Johannes geloven?

In welke stemming gingen ze terug naar het huis, en waarom bleef Maria alleen achter?

Dan ziet zij door haar tranen heen twee lichtgestalten zitten: “een aan het hoofdeind, een aan het voeteneind”. En nog altijd gelooft Maria alleen maar in diefstal van Jezus’ lichaam. Drie keer staat er dat ze huilt. Als ze zich omdraait ziet ze Jezus, en ze begrijpt niet dat hij het zijn kan, ze denkt logischerwijs dat het de tuinman is; had hij dan het lichaam weggemaakt? 

 

Het is een verhaal dat zich afspeelt in de vroegste morgen; het licht nog net niet.

Er wordt veel heen en weer gerend in het verhaal.

De afstand tussen het huis waar ze allemaal samen waren om elkaar te troosten is dus vast niet ver van het graf dat Jozef van Arimatea aan Jezus heeft afgestaan.

 

Johannes neemt het ongeloof van ons, lezers, uiterst serieus.

Als zij, die eerste getuigen al nauwelijks konden vatten, bevatten, heen-en-weer blijven rennen tussen hoop en vrees; als zij al niet begrijpen wat er geschiedt, dan is het geen wonder dat wij, die het van horen zeggen moeten hebben. Het is onmogelijk dat wij dit voetstoots aannemen, en als we dat zouden doen – dan telt het niet. 

“Maria” zegt Jezus. Keerpunt in haar leven. De stem die ze herkent (ik hoor dan altijd Tony zingen – in de WestSide story: “Maria, Maria Maria Mari-a..”).

“Probeer me niet aan te raken”, zegt Jezus. Je mag deze woorden vertalen als:

“Leg mij niet vast” of “probeer niet te grijpen, niet te begrijpen”. Variant op het beeldverbod.

 

Geen woorden voor:

Daarom deze Paaskaars. Daarom deze heilige plek, daarom deze geheiligde tijd.

Daarom zingen. Daarom muziek.

Daarom riturele; daarom symbolen.

Daarom stilte; vandaar gebeden.

Denk niet dat je vast kunt leggen of begrijpen waar het om gaat;

Woorden schieten tekort en het hele verhaal blijft in nevelen gehuld.

Je moet het mee-beleven, het zal een ervaring moeten worden;

dat licht sterker is dan het donker, liefde sterker dan onverschilligheid,

dat de steen voor je ongeloof zou kunnen wegrollen.

Drie keer gelooft Maria dat het criminelen waren – Romeinen? De tuinman? En engelen ziet ze ook niet zomaar – net als wij, die wonderen als toevallige samenlopen verklaren.

Maar de steen is gaan rollen.

 

Doodgelopen wegen. Wij hebben die ook gelopen.

Nacht. Wij hadden niet hadden niet gedacht dat het ons ooit nog zou gaan dagen.

 

Wie, wat heeft gemaakt dat jij je opende? Daar danken we voor.

 

Wat het Paasverhaal zegt - wat de oer-boodschap erin is:

Hou het open. Doe het niet dicht. Sluit je niet af.

Er zijn mensen die zichzelf gesloten hebben als een graf. “Ik weet er alles van”, bekent Johannes. “Ik ken het als mijn broekzak”, zegt de schrijver van Exodus.

 

Op de grens, bij de clash van donker en licht - geschiedt het onverwachte. 

 

Niet vastlopen; niet vasthouden - vrij laten. Openhouden.

Huilen mag. Ongeloof ook. Alles heeft zijn tijd.

 

Maar, houd het open.

 

Op de rand van de nacht en duisternis komt het licht terug.

Het zijn oer-menselijke gegevenheden.

Blijf lopen. Blijf hopen. Blijf open. Leg niets vast, houd niet vast.

Misschien zijn er engelen. Kijk goed. Geloof in een andere logica dan die van jezelf.

Geef de nieuwe dag de kans.

Blijf vragen stellen en twijfelen aan je ongeloof.

Kijk de feiten in de ogen, en houd tegelijk een ooghoek open voor een ander visioen.

Niet alles is wat het lijkt. Die tuinman -

die gestalten -

dat lege graf –

 

“In de Hemel zo ook op aarde... “, bidden we in het onze Vader.

Als je de ogen opent, zie je dat in het gewone - de tuinman, de doeken, de vogels, het water - 

Iets van de hemel op aarde.

 Kijken met de ogen van Pasen:

En de wereld wordt opnieuw gedoopt. Door water. Door vuur. Door lachen en licht.

Opnieuw bezield.

Houd het open. Kijk.

Luister goed. Jij wordt geroepen. Jij wordt aangesproken.

Amen

 

Zegen (naar St Patrick):

Grond; moeder aarde onder je voeten; zon in het gezicht, wind in je rug, armen om je heen, 

leef ingebed, en: Het licht voor je - de schaduwen zullen achter je vallen, 

Het licht achter je, om je in de armen te sluiten en te beschermen in gevaar,

Het licht onder je om je op te vangen  Het licht in je - om te troosten in verdriet

Het licht rondom je als bescherming, Het licht boven je - en zegent je:

met recht met licht vandaag, morgen en in eeuwigheid.

Amen 

 

Laurens; laurier en - eitje

 

.

kriklogo

 

Ds. Ivo de Jong
Pastoriedijk 198 
3195 HK Pernis

telefoon: 010-8415105
mobiel: 06-53 455 966
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.