inleiding
Koert van de Velde schrijft in zijn boek “Flirten met God” dat hij onmogelijk geloven kan.
Hij is religieus, komt graag in kerken en kathedralen; maar zodra je op toevalligheden in je eigen leven gaat leunen, en er een systeem van wilt maken, zal dat instorten, of barsten als een zeepbel.
Je krijgt nooit ofte nimmer de zwarte gaten als de holocaust of tsunami, of de dood van een kind gepast in een systeem. Dat is ongepast..
Ik ben me gaan afvragen, hoe dat bij mij zit.
Weet je waarom ik dominee geworden ben? Dat kwam zo. Ik liep als achtjarig jongetje in Nieuweschans met mijn ome Gezinus over het kerkhof van Nieuweschans. Hij harkte daar de paadjes aan.
Oom Gezinus kende de meeste mensen van wie de naam op de steen gebeiteld stond, en hij vertelde mij er over. Want ik zat boordevol met vragen. “Hier ligt een jongen die net zo oud was als ik.. Wat is er met hem gebeurd? En, waarom”
Oom Gezinus kon me wel vertellen wat er met die jongen gebeurd was: Hij was onder een vrachtwagen gekomen.
Maar “Waarom”, dat kon hij niet zeggen. Niet goed opgelet, misschien?
Dat vond ik niet een goed antwoord, dat was “waardoor”.
Die avond, weer in mijn huis, heb ik een schoon schrift genomen en ik ben gaan dagboek schrijven; dat doe ik nog steeds. Ik wilde mijn vragen opschrijven. En ik denk, dat ik theologie (of: godgeleerdheid) ben gaan studeren wegens al die vragen.
Nu is het vijfendertig jaar later, en ik heb nog steeds veel vragen. En het antwoord?
Wat af en toe wel lukt, dat is dat ik de vraag kan waarderen, accepteren.
Bijvoorbeeld door dagboek te schijven. Of door er met andere mensen over te praten. Of door naar muziek te luisteren, of door muziek te maken. Iedereen heeft zo zijn eigen manier..
Dat hele grote probleem van grote vragen en geen direkte antwoorden, dat is voor het eerst heel mooi uitgewerkt in het bijbelboek Job. Vandaag gaan we er een stuk uit lezen: Jop heeft ongelooflijk veel en terechte vragen. Hij is alles, alles kwijtgeraakt. Als hij dan arm als Job op de mestvaalt zit, krijgt hij bezoek van drie vrienden. Eerst zitten ze alleen maar bij hem; zeven dagen en zeven nachten lang. Dan gaan ze zoeken naar antwoorden. Maar een antwoord is er niet; al geloven zij van wel.
Tenslotte is Job weer alleen en slingert hij zijn vragen de hemels in.
En dan krijgt hij een soort van antwoord. Of, in elk geval, een manier om met zijn vragen om te gaan. Eerst gaan we luisteren naar Joni Mitchell’s Sire of Sorrow – een lied dat zij maakte over het verhaal. (Wie kent Joni Mitchell?). antagonists – dat zijn Job’s vrienden.
Let me speak, let me spit out my bitterness-
Born of grief and nights without sleep and festering flesh
Do you have eyes? Can you see like mankind sees?
Why have you soured and curdled me?
Oh you tireless watcher! what have I done to you?
That you make everything I dread and everything I fear come true?
Once I was blessed; I was awaited like the rain
Like eyes for the blind, like feet for the lame
Kings heard my words, and they sought out my company
But now the janitors of shadowland flick their brooms at me
Oh you tireless watcher! what have I done to you?
That you make everything I dread and everything I fear come true?
(antagonists: man is the sire of sorrow)
I've lost all taste for life I'm all complaints - Tell me why do you starve the faithful?
Why do you crucify the saints? And you let the wicked prosper
You let their children frisk like deer
And my loves are dead or dying, or they don't come near
(antagonists: we don't despise your chastening: God is correcting you)
Oh and look who comes to counsel my deep distress
Oh, these pompous physicians - What carelessness!
(antagonists: oh all this ranting all this wind filling our ears with trash)
Breathtaking ignorance adding insult to injury!
They come blaming and shaming
(antagonists: evil doer)
And shattering me
(antagonists: this vain man wishes to seem wise.. A man born of asses)
Oh you tireless watcher! what have I done to you?
That you make everything I dread and everything I fear come true?
(antagonists: we don't despise your chastening)
Already on a bed of sighs and screams, and still you torture me with visions
You give me terrifying dreams!
Better I was carried from the womb straight to the grave.
I see the diggers waiting, they're leaning on their spades.
(antagonists: man is the sire of sorrow, sure as the sparks ascend)
Where is hope while you're wondering what went wrong?
Why give me light and then this dark without a dawn?
(antagonists: evil is sweet in your mouth Hiding under your tongue)
Show your face!
(antagonists: what a long fall from grace)
Help me understand! What is the reason for your heavy hand?
(antagonists: you're stumbling in shadows You have no name now)
Was it the sins of my youth? What have I done to you?
That you make everything I dread and everything I fear come true?
(antagonists: oh your guilt must weigh so greatly)
Everything I dread and everything I fear come true
(antagonists: man is the sire of sorrow)
Oh you make everything I dread and everything I fear come true
Het antwoord aan Job kwam uit een stormwind; en toen deed Job er het zwijgen toe.
Net als Elia: het antwoord uit de wind. En pas nu begrijp ik dat lied van Bob Dylan. Geen antwoord ooit zal kunnen en mogen voldoen. Een antwoord zou zelfs schadelijk zijn en nog meer redenen geven tot woede!
Sommige mensen denken modern te zijn, door geloof of kerk af te zweren "omdat de wereld vol zinloos lijden is". Maar Job is een van de oudste boeken van de bijbel en in dit boek staat datzelfde thema al on-overtroffen beschreven.
Voordat onze zoon Jop 14 jaar geleden onder die naam geboren werd, hebben mijn onbijbelse vrouw Carien en ik heel wat afgediscussieerd over zijn naam. "Job"! Zij vond dat een prachtige naam.
Alleen, ze kende het bijbelboek niet. Dus ging ze lezen. Toen wist ze het zeker: het werd JoP met een P.
Carien had grote moeite met Job van de B van de Bijbel: zulk leed zal je maar overkomen..!
En dan nog - omdat God het kwaad toelaat. Met zo'n God had ze een appeltje te schillen: "Als dit verhaal historisch is, dan is deze misser van God erger dan die van Eva! Zo'n God komt mijn tuin niet in."
Job kon niets aan zijn lijden doen; hij had geen schuld. Toch is hij maar mooi de speelbal;
de inzet van een weddenschap tussen twee grootmachten. Alsof een mens, alsof jij alleen
maar een pionnetje bent op een metafysisch schaakbord...
Een van mijn profs theologie raadde ons studenten af te preken uit het boek
Johannes voor we veertig waren. Wel, dan moet je je zeker niet aan Job wagen als je nog
middenin een leven staat en nog niet al teveel verloren hebt.
Je kunt je licht aan deze 'Job' vertillen..
Job vervloekt zichzelf; niet God vervloekt hij. Hij laat zich door God overweldigen. God,
die geen antwoord geeft op Jobs vragen, maar zich later aan hem vertoont als overmacht..
En Job besluit zich bij de onbegrijpelijkheid van het universum neer te leggen.
Wat leert het boek over Job? Allereerst - dat ik nooit op een vluchtige manier over het lijden mag spreken.
Nooit mag je uit angst dat wat krom is, zo gauw mogelijk recht praten. Nooit voorbarig aankomen met woorden als "Het komt wel weer goed". Dan doe je Job geen recht; en dan doe je mensen die getroffen zijn door het lijden geen recht.
Ik ben daar regelmatig de fout mee in gegaan. Wij allemaal, vrees ik.
In dit boek zie je, dat je zelfs zeven dagen kunt zwijgen uit een diep respect –
en dat je daarna nog fatale fouten maken kunt.
Dus ken jezelf; weet, of je reageert op het leed van een ander om jezelf gerust te stellen - dan wel uit daadwerkelijke solidariteit. Dat is een essentieel verschil.
Dat wisten ze drieduizend jaar geleden al! Jobs vrienden zwijgen maar liefst zeven dagen lang en pas
daarna proberen ze Job moed in te spreken! Alleen:
niemand van hen heeft het zo zwaar gehad als Job zelf.
En ze durven niet met Job mee de put in, zeven dagen ten spijt.
Ook deze mensen zoeken redenen, zoals wij eveneens redenen zoeken.
Zulke die antwoorden blijken te vaak uitvluchten. Wij reageren op het leed vaak eerder op
de waardoors dan met de waaroms : "Hoe oud was je moeder..?"
Alsof dat ertoe doet. Alsof die verklaring helpt. Alsof alles een reden heeft!
Job heeft ons al voorzien.
Zo kom ik op de tweede les die ik uit dit boek trek. De naam Job betekent etymologisch:
"Waar is de Vader". Waar is God? In dit boek wordt met de waarom-vraag omgegaan op een manier, die nog altijd theatermakers, schrijvers, psychologen, zangers en theologen, dichters en schilders binnen- en buiten de kerk bezielt. Het boek Job is onuitputtelijk diepzinnig. Want altijd blijven we met de waarom-vraag bezig; zoals het boek Job dat doet. Alleen.. Al passeren alle antwoorden hier de revue: geen voldoet .
Als je alles verliest wat je hebt; alles kwijtraakt wat je lief is; als je daarna nog zelf doodziek wordt ook;
waar is dan de Vader? Wat doe je, als er niets over is om dankbaar voor te zijn?
Het is makkelijker te geloven in liefde wanneer je bemind wordt. Als je iets in het vat hebt, kun je er uit schenken. Makkelijker om goed te zijn, wanneer het je goed gaat.
Makkelijker te geloven in een goede God, in God als een goede vader, wanneer het je voor de wind gaat.
Gelooft een mens uit eigenbelang? Eerst iets krijgen, dan pas geven?
Dat is namelijk de stelling van de Satan, van de tegenstrever, van de hinderaar, de verstrooier, van de twijfelzaaier. In het boek Job gaat het over het kale geloof, zonder luxe, en zonder eigenbelang. Is egoïsme de belangrijkste drijfveer van jouw geloof? Geloof ik omdat het mijn vak nou eenmaal is? Geloven wij voor de gezelligheid? Om vermaakt te worden? Is geloven onvoorwaardelijk? Dat zijn spannende vragen!
Het komt hierop neer: Je kunt, je kunt in een situatie geraken waarop de Vader verduisterd is. Het is in het geval van Job nog erger: de Vader speelt blijkbaar een spelletje, en daar vallen doden bij.
Wat een verbijsterende visie op God hield die schrijver er op na! Ik zeg wel eens, dat ik meer in de Bijbel dan in God geloof. Het boek Job is zo'n goede reden. Is het niet ongelooflijk, dat er zo'n boek in onze Bijbel staat!? Dat mensen zo alles tegen God durven zeggen, God zo te kijk zetten - en nog, Dennoch, nochtans, ge-fas-ci-neerd
blijven?! De bijbel is een oermenselijk, goudeerlijk boek. En is daarbij nog goed geschreven ook.
Dat geeft waarempel veel speelruimte.. Ik kan tenminste nog jaren vooruit.
Dit verkondigt het boek Job: Het kwaad bestaat, en het heeft vaak geen enkele reden. Niet de vrienden van Job; en ook God zelf niet - maar Job zelf staat naast jou in het lijden.
Het zijn meestal de mensen die zelf leed aan den lijve hebben meegemaakt, die jou het beste begrijpen.
Men zegt dat we in het postmodernistisch tijdperk leven: de tijd van de alomvattende, grote verhalen is voorbij. Maar toen ik het boek Job las, bedacht ik dat ook toen al niet werd geloofd in sluitende systemen: de vrienden van Job zetten in de volgende hoofdstukken alles op een rijtje. Dit zegt Job: er is geen rijtje!
Er is geen dogmatiek, die alles systematiseren kan. Weg er mee! Hoed je voor voorgeschreven antwoorden op moeilijke vragen. Het kwaad kan een mens zonder reden overkomen.
Ik zal nooit vergeten wat een monnik mij eens vertelde, toen mijn verkering afgelopen was. Ik was een jaar of 25 en dacht dat mijn wereld vergaan was -dus ging ik het klooster in. Met mijn waarom-vraag kwam ik bij hem. Dit zei die: "Het is alsof wij tegen de achterkant van een borduurwerk aan kijken . Straks als we doodgaan: dan zien we de schoonheid van het borduursel; dan zien we, hoe de draden liepen".
Lief antwoord; het heeft me lang geholpen. Maar zou Job zo'n antwoord bevredigd hebben!? Ik vrees van niet..
In het boek Job wordt geen sluitend antwoord gegeven. Daarvoor neemt de schrijver Job te serieus.
Job zal volgens de bijbel terecht kwaad op God blijven: tot in Eeuwigheid.
Zo kom ik op het typisch joodse van dit boek. Typisch joods is deze omgang met God: NIET loslaten tot gij mij zegent. Jezus klaagt God aan, in zijn godverlatenheid: "Onrecht, dat je mij hier in de steek laat!" Jacob wordt strijdend tot Israel: strijder met God betekent zijn naam. Ook aartsvader Abraham vecht in de dagen van Sodom door te onderhandelen. Mozes gaat voor zijn volk staan, en leest God op een geweldige manier de les - en wint
het pleit. Prediker beschrijft hoe de hem de zin van alles ontgaat en NOCHTANS houdt hij God vast.
Het is in onze bijbel alles behalve berusting of onverschilligheid!
Dat is juist je menselijke waardigheid, om je uit te schreeuwen , om God de huid vol te schelden als daar redenen toe zijn: en die zijn er. Het is typisch joods om God te confronteren met je klachten en je woede.
Je bewijst God respekt, als je hem de waarheid zegt, alsof God "ook maar een mens is".
Want ook wij willen serieus genomen worden.
Door God jouw les te leren, bewijs je hem meer eer, dan wanneer je je schouders ophaalt en zegt: "...Ach.. Hij zal het wel weten". Dat klinkt weliswaar vroom - maar vechten met God getuigt volgens de bijbel van meer geloof.
Een jood maakt een lied van zijn leed. Zwarte mensen doen dat in de blues; joden deden dat in de psalmen of deze eeuwen in Klezmer-muziek. De teksten staan vol met aanklachten tegen de Eeuwige; vol verzet. De muziek is melancholiek, in mineur, en nu komt het: ondanks alle ellende is ze vaak - dansbaar.. .
Dat helpt, dat troost. Klagen is een kunst. Geen antwoord, maar de vraag iets meer dragelijk door haar te dansen, te zingen en te delen. Al wordt een antwoord daardoor niet gegeven, je neemt de vraag tenminste serieus. Joodse rabbijnen kozen hun leerlingen niet uit op grond van hun antwoorden, maar op grond van hun vragen.
Ik vat tenslotte samen waaraan ik herinnerd werd door deze preek te schrijven.
1) Wat is de Bijbel een eerlijk - een oermenselijk, God-eerlijk boek. In de klacht, in het protest van Job hoor ik mijn God. Eerder dat, dan in een concept van God-op-afstand.
2) Al zijn er antwoorden en recepten voor de meeste soorten van leed, het leven is niet sluitend te krijgen. Er is de dood; er is onschuldig lijden. Misschien heb je de kerk niet, maar je hebt de bijbel wat dat betreft wel aan je kant. De bijbel is beter dan de God, die de meeste kerken presenteren. God is geen stoplap.
3) Tenslotte een pastoraal advies. Ik ben er vaak mee de mist ingegaan, dus (s)preek ik uit ervaring. Luister naar de vragen, en luister zwijgend. Luister vervolgens naar wat de afgrond met jezelf doet, en filter dan je reacties met die zelfkennis. Spreek dan; met compassie.
Vragen en protest komen van God. Je bent pas ongelovig, als je de status quo als vanzelfsprekend accepteert. Het waarom komt voort uit een hunkering naar gerechtigheid; naar heelheid; naar God.
De grote joodse denker Elie Wiesel, de man die de kampen overleefd heeft, houdt niet op met vragen. Dat doet hij uiterst indringend en met recht van spreken. De grote Waarom - kan geen reden zijn om mijn geloof te verliezen. Waarom roep je in Godsnaam! Groter geesten dan ik hebben met God geworsteld, maar hebben hem niet
losgelaten. En God heeft zich dat aangetrokken. Alsof God sedert Jezus een ander is dan
die van Job. Elie Wiesel schreef, uit naam van Job:
"Het tegenovergestelde van schoonheid is niet: Lelijkheid. Het tegenovergestelde van oorlog is niet: vrede.
Het tegenovergesteld van haat is niet, liefde.
Onverschilligheid is de grote vijand.
Onverschilligheid tegenover oorlog en vrede;
onverschilligheid tegenover haat of liefde.
Onverschilligheid is de grote vijand...".
Amen.