We zongen: “Soms groet een licht van vreugde”. Twee weken geleden was het Pasen. In Velp preekte ik over het woord “ontluiken”. Per ongeluk gebruikte ik het beeld van de sering: ik bedoelde: rododendron; die heeft een moeilijke keus tussen dicht blijven of open gaan.. Het beeld was voor mijn pubers thuis, voor het leren wennen aan de pen bij de rechten. Wat rechten betreft zijn ze al veel verder dan wat de eigen verantwoordelijkheden betreft. Soms geeft dat wat overlast: Wanneer komen die pubers eindelijk uit hun schulp..? Want ja het is moeilijk om op een volgend niveau te komen, een dimensie hoger, een carnatie verder;
Het is moeilijk om op te staan. En dan: Na elke harde dop die je openpikt, volgt de volgende.
Vorige week fietsten we langs de rododendrons in het Oostermaat. Die waren toen nog niet uit; bij ons thuis zijn ze al uitgebloeid. “De natuur gaat haar gang wel”, dacht ik. Ja, – en ook thuis zal het allemaal wel komen. Je kunt zo’n doorbraak niet forceren. Ik kreeg van iemand een groet via sms: “…en de tijd was gekomen dat de pijn om vast in de knop te blijven zitten groter bleek dan het risico om te gaan bloeien..”. Citaat van Anais Ninh.
Ontluiken..! Deze weken zie ik overal luiken en blinden en hoor ik verhalen over de blinden en luiken van vroeger. Ont-luiken: Het is een krachtig beeld; omdat je met de taal van de nacht onmogelijk de heldere dag beschrijven kunt. Je staat met je ogen te knipperen. Omdat een blinde, die het zicht krijgt via een operatie, moeilijk zo niet onmogelijk de impulsen vertalen kan met de hersenen. De nieuwe wereld is te anders. Ontluiken is opengaan voor een andere werkelijkheid. Ontluiken en de angst daarvoor is de sterveling tegenover de Eeuwigheid. Het is de sprong, die voor ons hier alles wegheeft van een val. Ontluiken doe je niet zonder angst of vrees. Daarom staan in de verhalen over de opstanding zo vaak woorden als “vreze” of moderner: “bang”. Vandaag is het thema: Groet, en de echo van een groet. Want wat we horen is doorverteld (traditie) en vertaald – en zo is dit verhaal bij ons terecht gekomen:
Uit Mattheus 28: Na de sabbat, toen de ochtend van de eerste dag van de week gloorde, kwam Maria uit Magdala met de andere Maria naar het graf kijken. Een engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft. En ga nu snel naar zijn leerlingen en zeg hun: “Hij is opgestaan uit de dood, en dit moeten jullie weten: hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zul je hem zien.” Dat is wat ik jullie te zeggen had.’ Ontzet en opgetogen verlieten ze haastig het graf om het aan zijn leerlingen te gaan vertellen. Op dat moment kwam Jezus hun tegemoet en groette hen. Ze liepen op hem toe, grepen zijn voeten vast en bewezen hem eer. Daarop zei Jezus: ‘Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan, daar zullen ze mij zien.’
De echo van een groet
Op Hemelvaartsdag van dit jaar organiseer ik in Winschoten een familiedag. Mijn moeder heet “Snoek” van haar meisjesnaam. Jan Snoek en Christine Akkerman hebben samen tachtig nakomelingen veroorzaakt; ik ben de oudste kleinzoon.
Al namen en jaartallen verzamelend, krijg ik ook ongelofelijke verhalen te horen. En als je je familie nu eens niet via een stamboom, maar met een mobiel voorstelt – dan blijkt dat je eigen bestaan, of ontstaan, maar al te vaak aan een zijden draadje gehangen heeft. Mijn opa Jan’s vader heette Jacob Menze, en hij was getrouwd met een Foktje Mulder. Naar haar is mijn moeder vernoemd. De hele familie van Fokje is geëmigreerd naar Amerika, naar Iowa. Niemand had dat verder onderzocht, er lijken hier geen brieven meer te zijn. Maar nu, met hulp van het facebook via internet, kun je iedereen weer opsporen; dat heb ik dan ook met vreugde gedaan. Mijn overgroot oma Foktje is niet meegegaan met haar familie, omdat ze zwanger was van Jacob Menze. Ze heeft zich zwanger laten maken; Grietje is geboren voor hun huwelijk. Foktje was verliefd op Jacob Mense, die als treinpoetser werkte in Nieuweschans. Jacob Mense wilde haar niet. Maar Foktje ging met haar zwangere buik iedere dag bij de directeur langs om hem te groeten, en diezelfde chef heeft overgrootvader Jacob verteld dat hij ontslagen zou worden, als hij niet met Foktje Mulder zou trouwen. Het laatste kind uit dit huwelijk was mijn opa Jan.
Twee zijden draadjes.. was ze mee gegaan naar Amerika, dan had ik hier niet gestaan; was de directeur toen niet voor haar opgekomen, dan had ik dit verhaal niet kunnen na vertellen. En iedereen van ons kan dit soort verhalen vinden in de eigen stamboom. Stamboom..! Maar zo stabiel en vanzelfsprekend is het nooit.. een familievertakking heeft meer weg van een mobiel met al die dunne draadjes en dat wankele evenwicht. Dat wij zijn, hing aan een zijden draadje. Onze conceptie, en die voor ons: sta je er bij stil dan duizelt het je. Het is een heilige huiver. Kleine gebeurtenissen met grote gevolgen..
Zo kom ik op het “Butterfly - effect”; het vlindereffect. Als je teruggaat naar de bron van de Nijl (wit of blauw), of van de Rhone, dan kom je bij een heel klein stroompje. Ik ben daar geweest en stelde me voor dat ik, door een paar stenen te verleggen, de hele rivier zou kunnen voorkomen.. Iedere storm kun je ook traceren – misschien wel naar het fladderen van vlindervleugels. Het Butterfly effect staat voor kleine oorzaak met grote gevolgen. Kairos, heet zo’n moment in de Bijbel. Keerpunten, scharnierpunten (“gehengen”, in Bathmen). Je eigen verleden, ja je hele eigen bestaan is een grote aaneenschakeling van kleine gebeurtenissen met grote gevolgen.
Tjitske Jansen heeft een gedichtenbundel geschreven met de prachtige naam Koeroekoelum. Ieder verhaaltje begint met “Er was eens..”. Een aaneenrijging van beslissende momenten, we lezen er drie.
Tjitske Jansen, uit: Koerikoeloem (bekroond met de Anna Bijnsprijs 2009)
Er was een dag waarom ik besloot om God niet langer God te noemen. Er waren zoveel mensen die hem noemden en iedereen bedoelde weer wat anders. Er was Pessoa dankzij wie ik denken kon dat God dat niet zo erg zou vinden.
Er was een leraar handvaardigheid die mijn eerste abstracte kunstwerk in de vitrine zette en verdedigde tegenover mijn klasgenoten: “Als je een koe in de wei ziet staat dan vraag je toch ook niet:
Wat is dat? Dat is een koe. Nou en dit is dit.”
Er was een Franse pizzabakster die mij zag toen ik negen was. Ze keek naar me, ze lachte, en wat had ik haar, wat had ik die ogen nodig, in Frankrijk, waar ik op vakantie met mijn vader was. Er waren jaren later dat ik me afvroeg: “Hoe zou het met die Franse pizzabakster zijn?”
..Ik vind het prachtig om dit soort van verhalen van mensen toe horen. Scharniermomenten, ogenblikken met onverwacht grote gevolgen. Veel psychologie werkt hiermee, en terecht: NLP, Neuro-Linguïstisch Programmeren werkt via dit principe dat ieder gedrag, iedere keus eens de beste geweest is; en dat je vervolgens in die houding verankerd geraakt bent. Bijvoorbeeld, bukken voor een klap – en voortaan gebogen door het leven gaan. Maar het kan ook anders: een groet van iemand, iemand die je aankeek, iemand die jou zag zitten, een uitspraak van iemand, een liedje.
Op het moment zelf zie je niet hoe verstrekkende gevolgen een dergelijk ogenblik kan hebben. Wat wist die pizzabakster ervan? Wat die leraar? Of wat weten klasgenoten van de gevolgen van hun pesterijtjes?
Kleine oorzaken, grote gevolgen..: Het butterfly – effect.
Voorop ons blad een tekstvak met daarin een afbeelding van Paul Gauguin, een zelfportret voor zijn schilderij van “De gele kruisiging”. Gauguin staat er sceptisch voor, of hij de kruisiging in de weg staat. Of hij slechts toeschouwer is.
Het is een schilderij van voor Pasen, geschilderd in het jaar dat hij Van Gogh bezocht. Vincent hebben we vorige week besproken: de amandelbloesems, als voorbeeld voor het ontluiken van Pasen.
In het jaar 1889 was Gauguin bij Vincent. Met domineeszoon Vincent heeft hij heel veel gesproken heeft over God en het evangelie. Veel doeken heeft hij aan Bijbelse verhalen heeft gewijd. Gauguin heeft Vincent vaak als Christus afgebeeld, ook op de afbeelding hiernaast. Gauguin confronteerde zichzelf met het evangelie van Vang Gogh. In diezelfde tijd ontstond ook het doek: Bonjour, monsieur Gauguin. Het gebeurde dat Gauguin depressief, zoals dat hoorde voor kunstenaars, door het Normandische landschap wandelde. Hij kwam langs de boerderij, waar een boerin hem gadesloeg van achter het hek. “Bonjour monsieur Gauguin”, zei ze vanachter haar hek.
Gauguin keek verbouwereerd op van zijn overpeinzingen, zag haar, en zag de zon.
Niet lang daarna is hij aan het schilderen geslagen. Hij heeft er een aardige tijd over gedaan, en iedere keer weer werd hij er vrolijker van. Waarom groette zij hem? Was hij ooit vriendelijk voor haar geweest? Hoe het ook gebeurd is: vandaag krijgen wij de echo van de groet van de boerin van 121 jaar geleden. Het doek brengt miljoenen op, en de groet is voor altijd een groet terug. Een groet die wij verder kunnen laten echoën. Ik heb er voor ons allemaal een credokaard van gemaakt – geen creditcard; een credocard. Dat je er vaak aan terugdenkt, hoezeer een zo’n groet een dag, een mens, ja zelfs een toekomst kan veranderen – door een soort Butterfly-effect.
(uitdelen Bonjour) (Goad Goan – zei de boerin.. een Battummer groet waarin je de echo van zijn naam terughoort..)
Gauguin heeft over dit kruispunt nagedacht; het is immers een schilderij en geen foto, het is een herinnering – iets wat hij zich steeds weer wil her-inneren. De boerin staat achter een hek; in dat hek is een poortje. Hij kan naar binnen; vooralsnog staat hij met de handen in de zakken. Achter hem ligt een doods landschap; de boerin staat voor vruchtbaarheid – voor lente. Gauguin heeft ons zijn keus voor geschilderd.
Een keus die ook wij altijd opnieuw maken moeten.
Zo staan deze twee schilderijen van Gauguin voor hetzelfde als waar wij voor staan: de keus om toeschouwer te blijven, handen in de zakken, sceptisch; of de keus om je om te draaien. In het Bonjour – schilderij is Gauguin alweer verder, dan in de gele kruisiging. Hij zet zichzelf te kijk, en daarin wordt zo’n doek bovenpersoonlijk: zijn keus is de onze.
(bijbelverhaal)aar het lied van Mercedes Sosa. e liever terug in onze schelp, in onze schulp. aan de groet, zoals Gauguin eraan h
Het gaat vandaag natuurlijk juist om die zin: op dat moment kwam Jezus hen tegemoet en groette hen. Het werd een groet die doorverteld werd, en de echo daarvan horen we vandaag de dag. Als we teruggaan naar van wie wij dit gehoord hebben, komen we bij de vlinders terecht:
de vrouwen, die de groet via via via overgebracht hebben.
De vraag is dan, na Gauguin, Tjitske Jansen, na de lezing:
Wat draag je over? Wat breng je over? Blijf je in de knop, voor het hek, sceptisch, cynisch, achter je luiken? Ontluiken is ook: oogkleppen af; een ander woord voor luiken is: blinden.
Hoe geleidend ben ik, zijn wij? En wat precies geleiden we..
Vandaar deze credocard; dat we elke keer als we diep in onze buidel tasten, herinnerd worden aan de groet, zoals Gauguin eraan herinnerd werd.
Van de groet uit het Bijbelverhaal van vandaag kunnen we twee groeten leren:
Wees niet bang. De engel geeft het door, Jezus geeft het door.
Ze vonden het belangrijk om door te geven: als je wilt groeien, ontluiken: Wees niet bang.
Het gaat dan om je reaktie: hoe je omgaat met wat je ziet: terugkruipen in je cocon, of de natuur zijn werk te laten doen. Goed; we hebben angst. Wanneer we verhuizen, is er altijd angst. Angst regeert ons maar al te vaak. We zetten ons schrap bij mogelijk grote veranderingen, en trekken ons liever terug in onze schelp, in onze schulp.
Luister, kijk. Want dan – komt er iemand, die je groet van een andere kant. Van boven? Van buiten? Van achter de luiken?
Ont-luiken. En de echo van een groet – bereikt je met de kracht van haar oorsprong.
Vandaag is het moederdag. We lazen over vrouwen bij het graf; we zagen een boerin;
We luisteren naar het beroemde lied van Mercedes Sosa, de moeder van Argentinie.
Omdat het juist door de dicipline van de dankbaarheid is, dat je anders leert zien.
Dat is geloof; die keus voor ontluiken, voor het hek opendoen en binnengaan. Overgave aan het mysterie van misschien, onbevreesd.
Dat geloof ons helpt bij het bewust – zijn; het zal ons geleiden, naar grazige weiden. Amen.