Tijd (Rutger Kopland)

Tijd – het is vreemd, het is vreemd mooi ook
nooit te zullen weten wat het is

en toch, hoeveel van wat er in ons leeft is ouder
dan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven

zoals een pasgeboren kind kijkt alsof het kijkt
naar iets in zichzelf, iets ziet daar
wat het meekreeg

zoals Rembrandt kijkt op de laatste portretten
van zichzelf alsof hij ziet waar hij heengaat
een verte voorbij onze ogen

het is vreemd maar ook vreemd mooi te bedenken
dat ooit niemand meer zal weten
dat we hebben geleefd

te bedenken hoe nu we leven, hoe hier
maar ook hoe niets ons leven zou zijn zonder
de echo’s van de onbekende diepten in ons hoofd

niet de tijd gaat voorbij, maar jij, en ik
buiten onze gedachten is geen tijd

we stonden deze zomer op de rand van een dal
om ons heen alleen de wind.

rembrandt oud

 

 

Vandaag na een jaar: een dienst voor, en door ouderen.

Verleden jaar, u zult het zich herinneren, hadden we een film gemaakt waarin een twaalftal ouderen van onze groep vertelden wat het bijzondere is van oud worden.

Ditmaal is de dienst mee voorbereid door de Bijbelgroep van afgelopen donderdag; Abraham was het thema. Toevallig?

Twee foto’s van een kom van Lisa de Graaf.

Ik heb me ook laten inspireren door de ervaringen die Gerrit de Jonge en Nol van der Meer doormaken. En door het verhaal over Eva Zernicke.

 

Daarnaast had ik vorige maandag en dinsdag bijtanken met de NPB collega’s.

Daar sprak Avraham Soetendorp. Hij is een wijs en spiritueel mens. Soetendorp sprak over veerkracht; over de kracht van een veertje. Hij heeft een project gestart dat The Feather Project heet http://www.featherproject.org/: een naam afkomstig van een indiaans ritueel, waarbij een adelaarsveer doorgegeven wordt. Iemand die hem vasthoudt. wordt geacht zijn of haar wijsheid met de groep te delen. Het is de veer van een sterke vogel, een vogel die overzicht heeft. We zongen daarnet: gij zijt ons doorgegeven / een naam, een oud verhaal. Wij doen dat ook. We delen verhalen, inspiratie, vragen, geloofsmomenten. Soms raken ze ons, als een veer die je aanraakt.

Feather moments, noemt Soetendorp zulke heilige ogenblikken. Veer – een vleug van een engel?

 Avraham, dus; de Bijbelgroep ging voor een deel over Abraham.

Over het oud worden, en dan helemaal overnieuw moeten (of mogen?) beginnen.

Over de veerkracht, die daarvoor nodig is - en die we zo vaak menen te ontberen.

 Jorika gaat ons trakteren op Genesis, een gedicht van Ida Gerhardt (het tweede volgt later); Daarna lezen we een deel van het leven van Abraham, uit het boek Genesis.

 Gisteren hadden we drie Finnen op visite. Vrienden van Carien, ze had hen al dertig jaar niet gezien.

Ik deed de koffie, en gaf ze te drinken uit de NPB mokken. Zelf nam ik mijn favoriete kop, met de Mummi’s. Heb ik gekocht in Finland, twintig jaar geleden. Ik had er vier, er is nog maar een van over, zonder oor; deze. Ze keken elkaar aan, en besloten dat ze het ons dan maar hier en nu zouden geven:

Twee nieuwe Mummi koppen. Een voor Carien, eentje voor mij; deze.

Toeval? Weet je nooit. Misschien zijn er wel engelen met een gevoel voor humor? Het meest snappen wij niet, we zien de bovenkant van de golven, wat weten we van wat er in de diepte roert.

 

Eerst interview met Lisa. Keramiek. Hoe begonnen? Wat doet u tegenwoordig?

Hoe is deze kom ontstaan?

kom

Dat zulke vormen meer of minder toevallig, onwillekeurig ontstaan..

het is maar, wat je er in ziet.

Wat ik er in zie: vandaag: Abraham en God, zoals ze wandelen;

Rechts, engelen die mensen begeleiden op hun weg door het donkere bomen bos, zoals we zongen: om voortaan als een blinde te zien een donker licht.

Ieder mens ziet dat alleen, maakt dat totaal eenzaam mee; het is vrijwel niet over te dragen.

Alleen zij die zelf iets dergelijks mee gemaakt hebben, zullen begrijpend knikken.

Deze “veer-momenten”:

Je kunt het niet voordoen, voorzeggen, voorspellen.

 

Deze dienst is een ode aan onze ouderen, die me veel hebben geleerd; die me deden beseffen dat ik een tussenganger ben.

Eerst dat beeld van Rembrandt, waar Kopland al over sprak.

Abraham en de engel. Abraham – waar kijkt hij naar? “Het is een opengaan van vergezichten”, schreef Ida Gerhardt. Het is of Rembrandt / Abraham voorbij de engel kijkt –

Staart - naar datgene, wat de engel vertegenwoordigt.

Waar kom je vandaan, waar ga je weer naar toe?

De grote vraag – die volgens Koplamd ook pasgeboren kinderen bij ons oproepen.

Deze niet te beantwoorden vraag. Eerder een ervaring dan een vraag.

Geen vraag naar informatie, o nee – een vraag die je niet beantwoorden, maar slechts: delen kunt.

Abraham heeft in zijn leven veel mee gemaakt. Hij vertrok vanuit Oer – en ik vermoed, dat ons woord daarvandaan komt. Hij vertrok uit het oude vertrouwde, op zoek naar – hij wist niet waar naar toe.

Ergens heeft hij een niet langer uit te houden onvrede gehad met alles, wat te doen gebruikelijk was.

De oude antwoorden voldeden niet langer.

Met deze stap is Abraham de oer-vader geworden van Jodendom, Islam en Christendom: op zoek naar de Ene, de eenheid.

Natuurlijk was Abraham bang; wie zou dat niet zijn. Stel dat er niets is.

Er waren toen mementen, alleen in zijn woestijn – dat hij nar boven keek, en de sterren zag. En zich net als Kopland afvroeg, wat tijd is, wie hij zelf is, wat je betekent, wat het te betekenen heeft.

En dat hij door naar die sterrenhemel te kijken weer vertrouwen kreeg – een Ik - Ogenblik,

een veer-moment, een verheldering van ogen.

Niemand kan je vertellen hoe zoiets gaan zal. Het is een eenzame ervaring.

Maar een die je in staat stelt, opnieuw te beginnen als een pasgeboren kind, niets wetend, op vertrouwen aangewezen.

 

Ik heb hier in onze gemeenschap menig mens mogen ontmoeten op kruispunten, - op crisismomenten.

Medemensen die geen zin meer vonden in het eigen leven. Die meenden dat het afgelopen was.

Hoe ze ertoe kwamen toch door te gaan?

Geen mens die het recept heeft. Het kunnen krokussen zijn, een moment in de woestijn dat je naar het universum kijkt, een moment dat je verhuist van je oer-gezellige huis, een stap neemt uit het vertrouwde. Crisismomenten.

 

Wat het dan allemaal voor zin heeft - het valt niet uit te leggen.

Waarschijnlijk weet je het geeneens.

Misschien moet je een voorbeeld geven aan je kleinkinderen.

Misschien had je nog iets te leren: geduld, acceptatie, misschien moest jij iemand wel diezelfde vraag stellen die iets op gang hielp, wie zal het zeggen..?

We blijven ons verbazen over menselijke veerkracht.

Het is, maar dat is mijn interpretatie wellicht – of God met ieder van ons een eigen verhaal heeft.

Een ander noemt het engelen. Het zijn woorden die je alleen maar tastend in den blinde kunt uiten.

Ik hoorde iemand van U zeggen, en daar blijf ik dankbaar voor:

“Ik probeer mezelf te ontwikkelen – tot steeds groter eenvoud”.

Dat als antwoord op mijn vraag wat nu de zin is van wat hij mee gemaakt heeft.

 

Ik ben heel dankbaar, dat ik deze mensen ontmoet heb, hier.

Ik maak een diepe buiging voor u; ik denk nu, dat ik het niet zou kunnen; dat moet je dan maar afwachten. Maar ik ben er getuige van geweest.

Als je theologie studeert zoals ik gedaan heb, leer je Hebreeuws en kerkgeschiedenis, exegese, andere godsdiensten. Je bent jong, heel jong. En dan wordt je dominee – iemand die zou moeten kunnen domineren. Die anderen op weg helpt. Nou hoe zou je dat moeten kunnen? Je kent het alleen maar uit verhalen die je slechts half begrijpt. Ik kan het verhaal van Abraham exegetiseren vanuit het Hebreeuws, maar een schokkende ervaring zoals deze mens gehad heeft?

Eerlijk gezegd, als het goed is, maakt het je sprakeloos.

 

Ik wil u wat vertellen. Een vraag, een verzoek.

Eerst dat het me enorm geholpen heeft als iemand mij binnenliet in zijn of haar woestijn.

En vervolgens: dat u deze ervaringen zou moeten delen met iemand die jonger is dan jij.

U hebt enorm veel te bieden,

Abraham; Kopland, Ida Gerhardt.

Abraham. Ik begrijp het nu wat beter: het moment dat je hoorde dat je nog een kind zou krijgen –

Het was natuurlijk beeldspraak, want het betekent, dat jij nog iets zult betekenen voor een kind.

Je lacht er om, ja; Sara lachte. Hun kind heette dan ook: Jitzchak; lachen; glimlach.

Zolang je er nog bent, goede mensen: zolang je er nog bent, heb je iets te doen.

Een brief, een groet, een telefoontje. Het doet er toe; Jij doet er toe.

Je weet het niet, het meeste zie je niet en krijg je ook niet te zien.

Maar doe het – neem ter harte het gedicht dat Ida Gerhardt schreef in haar woestijn – ik kreeg het handgeschreven van een negentigjarige dame:

Sterreschip 14, ONVOORWAARDELIJK

Als ge oud en schamel zijt,

het tergend lot u slaat,

als ieder u verlaat

en gij uw pijn verbijt;

en van uw eenzaamheid

laat nacht en dag niet af

de wind, die wreed en straf

recht op de ramen staat,

Waak! het is wakenstijd.

Waak en besta de strijd:

de machtige wanner scheidt

de korrel van het kaf.

 

 

Kijken we terug naar de ets van onze grote meester Rembrandt, een kunstenaar op eenzame hoogte.

Hij overlegt met de engel – alsof de engel jonger is dan hij.

Zo hebben ouderen onder u mij ook meerdere malen de waarheid gezegd.

Je mag dan honderd maal voorganger of engel zijn, de ouderen hebben je veel te vertellen en nog meer te leren. Dankzij u ben ik er achter gekomen dat ik tussenganger ben. Voorganger, ja – iemand die door ervaring geleerd heeft een kerkdienst te organiseren en een liturgie te maken. Maar domineren kan slechts wanneer je ervaring hebt. Die heb ik, mede dankzij U.

 

Ik heb geleerd om mijzelf te lachen en te ervaren hoe weinig ik nog maar ervaren heb.

Het heeft mij veerkracht gegeven in mijn woestijn.

De vragen van Kopland, de woestijn ervaringen van Abraham:

Dat je je af gaat vragen wat tijd is, wat God is, wie jij bent, wat je überhaupt te zeggen hebt?

 

We gaan nu luisteren naar een lied dat voor mij te oud is. Mijn ouders hadden er een singeltje van, aan de ene kant stond Milord, andere kant Je ne regrette rien. Ik begreep het Frans niet, ik vond de stem te schel, wat wist ik van de tekst.

Maar mijn God, wat een wijsheid schuilt er in.

Opnieuw beginnen, als een kind.

Te beseffen dat je iedere dag overnieuw opnieuw beginnen kunt.

Het verleden is voorbij; wat je hebt is het NU.

Geen spijt, maar het leed er uit gezongen, er uit gehuild, er uit getwijfeld:

Je ne regrette rien!

  Edith Piaf – Je ne regrette rien

non, rien de rien: non, je ne regrette rien: ni le bien qu'on m'a fait,
ni le mal - tout ça m'est bien égal. non, rien de rien:

non,je ne regrette rien. C'est payé balayé, oublié: je me fous du passé.
avec mes souvenirs, j'ai allumé le feu
mes chagrins mes plaisirs, je n'ai plus besoin d'eux.
balayés les amours; avec leurs trémolos, balayés pour toujours:

je repars á zéro.
non rien de rien: non, je ne regrette rien .
ni le bien qu'on m'a fait, ni le mal - tout ça m'est bien égal.
non,rien de rien: non, je ne regrette rien: car ma vie, car mes joies,
aujourd'hui: ça commence avec toi..

 

(niets, niets: ik heb nergens spijt van; noch van het goede, noch van het kwaad dat me is overkomen; het doet er niet meer toe – Het is betaald, in balans, vergeten, het verleden raakt me niet langer: Ik heb een vuur met met mijn herinneringen aangestoken, met mijn verdriet en vreugde; niet langer nodig – mijn liefdes met hun trilling Het is allemaal voorbij – ik begin weer opnieuw

Want mijn leven, mijn vreugde, vandaag: het begint met jou)

kriklogo

 

Ds. Ivo de Jong
Pastoriedijk 198 
3195 HK Pernis

telefoon: 010-8415105
mobiel: 06-53 455 966
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.