Trouw, voorpagina vandaag: het kerstgedicht. Ditmaal van Glenn de Randamie, oftewel Typhoon. U weet vast nog wel dat ik in mijn openingsdienst zijn nummer “Als de Hemel valt” heb laten horen. Dat was alweer zes jaar geleden. Ik ben fan gebleven (gedicht lezen).

Typhoon was dit jaar de eerste zomergast. Hij had het over de moeizame manier om tot bewust-zijn te komen. De stilte, de voorzichtigheid te leren waarderen.

Klein beginnen. Prachtig, dit gedicht van deze wintergast..!

 

“Blijf het verhaal vertellen”, schreef Freek de Jonge drie jaar geleden op dezelfde voorpagina van dagblad Trouw. Wel: Het scheelt niet veel of vanavond hadden we hier het verhaal niet kunnen vertellen.

Maar dan nog, toch? We hoeven niets om thuis te zijn. We beleven het verhaal thuis; we weten dat we er deel van uitmaken, van dit grote kerstverhaal. Inderdaad: een verhaal dat altijd knelt, schuurt, uitdaagt. Vluchtelingen voor wie we geen plaats willen maken. Mensen die door machthebbers van het kastje naar de muur gestuurd worden, zwanger of niet.

En zolang we dit verhaal hebeleven spreken we af dat we niet onverschillig zullen worden, maar verschillig. Dat het verhaal ons zal blijven raken, omdat veel van onze medemensen geen dak boven het hoofd hebben; dat er geen plek voor hen is.

Dat is een groot Kyrie eleison.

We blijven dat zeggen, en zingen.

Bij een Kyrie hoort een Gloria.

Blijf het verhaal vertellen: dat uiteindelijk niemand de hoop zal kunnen doven. Dat het licht sterker is dan het donker. Dat de bloem, de roos, dwars door de oppervlakkige kilte zal doorbreken.

Aan de andere kant van dagblad Trouw, de binnenkant van het nummer vandaag staat het verhaal van Thijn, de jongen van zes, die 100 euro wilde ophalen voor serious request. Hij had, u weet het nog, hersenstamkanker. Het was 2016, Breda, kersttijd, glazen huis. Toen hij een half jaar later stierf, konden de artsen hem nog vertellen dat de aktie LAK anderhalf miljoen had opgebracht. Van dat geld is een robotarm gekocht die ervoor gemaakt is kinderen met hersenstamkanker beter te kunnen opereren.

 

Klein beginnen. Maar: beginnen. Aarzelend, voorzichtig.

 

Blijf het verhaal vertellen:

De wereld kan niet zonder

en ieder pasgeboren kind

is behalve een mysterie

Bewijs van het wonder

dat het leven steeds opnieuw begint

Klein beginnen; preekwoorden. 

Mirjam zong het voor ons: "Zingt een motetteken..". Hoe leit dit kindeke: een hemels, vlaamsnederlands, middeleeuws liedje. Het moet echt gezongen blijven worden, naast modernere commerciele liedjes als Rudolph, en Dreaming, en de jongelende belletjes. Leve de Vlaamse primitieven.

Het gedicht van Freek de Jonge begint, klein, zo

We trekken het verhaal

Als ooit de Vlaamse primitieven

Niet langer vol verlangen naar ons toe

We kunnen het redelijkerwijs niet meer geloven

Laten de oren hangen naar het comsumptieve

Zijn de strekking moe.

We trekken het verhaal

Als ooit de Vlaamse primitieven

Niet langer vol verlangen naar ons toe 

 

“Wie bedoelt hij met die Vlaamse primitieven?”, dacht ik. Ik ben gaan zoeken en kwam o wonder op het boek dat ik zelf in mijn bezit heb. Het ligt daar; ik heb het in de kersttijd verleden jaar gekregen van Jan Eppenga toen hij overleed. Ik heb er toen een kerstkaart van gemaakt. Veel te veel in mijn enthousiasme. Het boek ligt hier; de kaarten die ik overheb ook, u mag daarvan mee nemen.

Voor het eerst ben ik in de geschiedenis gedoken van de gebroeders van Limburg: Herman, Paul en Johan. Ze waren tieners toen ze begonnen met hun miniaturen en werden ontdekt door de Bourgondiers. De drie broers werden min of meer opgesloten in een huis in de hoofdstad Bourges. Ze stierven vlak na elkaar, nog voor hun dertigste, aan de grote epidemie van die dagen: de pest.

En het is inderdaad waar, dat de broers het verhaal naar zich toe getrokken hebben. Kijk voor op de liturgie. Het lijkt wel of Elisabeth de maat neemt van het kleine begin in Maria’s buik! “Magnificat (Taizé) anima mea!” staat op het lint: “De Heer heeft mij, dienstmeisje, groot gemaakt!”  

Het ongelooflijke kan werkelijkheid worden. Dat drukt deze afbeelding uit. Elisabeth was immers oud toen zij, tegen alle verwachting in, in verwachting geraakte. Ze gingen bij elkaar op bezoek om hun ervaring te kunnen delen. Daar is veel over geschreven en gezongen. Om moed te houden in tijden van epidemiën. Het verhaal moet verteld blijven.

En wij? Is het inderdaad waar, dat we het verhaal redelijkerwijs niet meer geloven, dat we murw zijn geworden, dat we verdofd zijn geraakt omdat we onze oren hebben laten hangen naar het consumptieve? Dat we alle nieuwsberichten over oorlog en honger en vluchtelingen schouderophalend hebben weggefilterd? 

“Daar komt het machteloos besef bij

Na elk appèl op het geweten

Je doet het toch nooit goed

Wijs laten wij ons door niemand maken

Woorden die ons moeten raken zijn versleten

En zo zakt de moed

We hebben geen behoefte meer aan vragen

Waar we geen antwoorden op weten

En nog het minst van alles

Zitten we te wachten op een preek

Maar wat blijft erover van een wereld

Zonder geloof in goed en beter

Wat moet er worden van ons leven

als de geest ontbreekt?”

 

We moeten leren schipperen in dit verhaal met alle Kyrie’s en Gloria’s. We beleven ze na elkaar, met elkaar – en niet door elkaar. We gaan ze niet mixen tot een oppervlakkige brij.

Iemand appte me vanochtend een foto die ze maakte tijdens een wandeling. Foto van een modderpoel. Ze had er onder getikt: de hemel in een modderpoel. Dat was ons thema hier vier jaar geleden: kunst is, de hemel te zien in een modderpoel. Dat is ook de strekking van de tekst van Typhoon, en ook de strekking van het gedicht van Lily Leonard Pfeijfer uit de NRC; we zullen het dadelijk lezen. 

Terug naar het verhaal.

Terug naar het verhaal, zoals het verbeeld is door de Vlaamse primitieven. Ze hebben, dat kon ook niet anders, de personen in hun tijd laten soelen; kleren en kleuren uit de middeleeuwen. Het bovenste plaatje: daar zie je al de engel die dadelijk het gloria in excelsis gaat zingen, in gesprek met een van de drie koningen denk ik. En dan die mooie blauwe eze, en achter Jozef al de os uit het verhaal. Op het plaatje daaronder zie je de afbeelding van de hele bladzijde van het kerstverhaal, en daar weer die os. Het stalletje is open, het is zo lek als een mandje – of als een loofhut. Daaronder de herders te velde, die heb ik wat groter afgedrukt: de linker verrekt zijn nek bijkans door naar de engel te satern, een ander, met een doedelzak, is gaan knielen; de derde heeft een middeleeuwse midwinterhoorn in zijn hand. Ook de schapen en honden kijken hun ogen uit; de bomen hebben hun bladeren teruggekregen.

 

In die dagen waren het de hoge heren die de dienst uitmaakten: Keizer Augustus, Quitinius, Herodes.

In de dagen van het liedje en de schilderijen waren het de Bourgondiërs als Philips de Stoute en Philips de Schone, beroemd om hun spilzucht. Het boek waaruit de afbeeldingen komen, zo meeterlijk geïllustreerd, was een prestigeobjekt, een pronkstuk; de duc de Berry wilde het mooiste boek ooit in zijn bezit. De drie jongens echter werden vergeten en wegevaagd door de pest. Maar! Wij blijven hun verhaal vertellen.

 Mary did you know?

Schiedam, did you know?   

In deze dagen valt het leven soms ook niet mee. We moeten ons herbezinnen, inderdaad. Voorzichtiger, langzamer leven. Bewuster.

Ieder nadeel heeft zijn voordeel. Iedere heilige, elke wolk heeft zijn gouden randje.

En mogen wij in deze modderpoel iets van de hemel leren zien.  

 

 

Stil en heilig sonnet Ilja Leonard Pfeijffer (2020)

Waarin we Kerst in lockdown vieren

 

De stille nacht wordt nogal stil dit jaar.

Met dank aan zwarte vrijdag,

ondoordacht gedrag en de verplichte koopjesjacht

komt nu het groepsgourmetten in gevaar.

 

Wat zijn we zonder meubelboulevard,

familieruzie, kookstress, maagtabletten,

verplichtingen en nog meer kerstbanketten?

Het wordt een nutteloze kerst dit jaar.

 

De stille nacht wordt heiliger dan ooit.

We worden teruggeflitst naar het jaar nul.

De eerste keer was ook een sober feest.

 

In het gevang van ons comfort gekooid

zijn wij van wereld met zijn flauwekul bevrijd:

terwijl de stilte ons geneest.

Zingen (klik, dan verschijnt het lied): Kyrie Eleison

 

 

 

 

kriklogo

 

Ds. Ivo de Jong
Pastoriedijk 198 
3195 HK Pernis

telefoon: 010-8415105
mobiel: 06-53 455 966
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.